We beëindigen onze doortocht door het Argentijnse binnenland met een dagje Cordoba, waar we 's ochtends aankwamen met de nachtbus vanuit Mendoza. Onder een stralend zonnetje kuierden we rustig door het stadscentrum om wat te winkelen, wat rond te kijken, enkele parkjes te bezoeken en een publiek spelletje schaak te spelen. We maakten onze met andere woorden rustig klaar om naat het Zuiden te vertrekken.

Ushuaia, de meest Zuidelijke stad van Argentinië, wordt ook wel 'el fin del mundo' of 'het einde van de wereld' genoemd. Lager dan deze stad vind je immers geen bewoonde gebieden meer, althans dat wordt ter plaatse beweerd. In realiteit wonen er nog ongeveer 4 000 mensen in een lager gelegen dorpje over de Chileense grens én twee soldaten bij de vuurtoren die het begin van de wereld aankondigt. Elk jaar worden twee andere militairen, eventueel met gezin, daar geplaatst.

De eerste dag trokken we door het nationale park, 'Tierra del Fuego'. Vijf uur en 30 000 stappen later konden we enkel onder de indruk zijn van de natuur en het verschil met het binnenland. Een schitterend meer tussen de met sneeuw bedekte bergen toont de grens met Chili aan, maar wind en regen verrasten ons jammergenoeg. Het vuurland, waar je op één dag de vier seizoenen kan tegenkomen, stuurde ons uitgewaaid terug de stad in zonder het grenspunt met Chili bereikt te hebben. In de zomer kan je in het park kamperen, zodat je alle routes en uitzichten kan ontdekken. Het huidige weer zorgde er echter voor dat 3 van de 4 tochten afgesloten waren voor het publiek.

Op dag 2 was de wind voldoende gunstig om ons aan een boottocht te wagen (de eerste dag waren alle boottochten geschrapt). We kozen voor een kleinere boot die ons door het Beagle kanaal loodste. Het kanaal vormt, samen met het nationaal park, de natuurlijke grens met Chili. Het eerste deel van de tocht leidde ons langs twee eilandjes, waar we lokale fauna van dichtbij konden bezichtigen. Vooral de 300kg wegende mannelijke zeeleeuwen maakten wel wat indruk.

De kapitein zette verder koers naar het verste punt van de reis: de kleine vuurtoren die het begin van het Beagle kanaal, en de centrale gevarenzone waar grote boten niet mogen komen, aankondigt voor toekomende boten. We draaiden rond het historische punt terug om naar het derde deel van de tocht te gaan: het eiland van de Yámanas. De grootste van de vier oorspronkelijke stammen gebruikten dit eiland om te wonen omdat zijn vorm beschutting geeft tegen de wind én omdat het dichtbij het zeeleeuweneiland ligt, de voornaamste bron van eten en bescherming tegen de koude.

De Yámanas leefden naakt en verplaatsten zich in kanos. Naast het vlees van de zeeleeuwen gebruikten ze het vet om zich in te smeren tegen de koude én hen bestendiger te maken tegen water. De enige nog levende Yamana is 'Christina', een 92-jarige dame die in het eerder vermeldde Zuidelijke dorpje woont. Met haar zal niet alleen de 'zuivere' Yámana bloedlijn, maar ook de Yámana taal, uitsterven.


De stevige golven en de kleine boot lieten tijdens de tocht hun sporen na. Uw favoriete reizigers verkozen regelmatig het koude buitendek ondanks het gure weer, maar konden in tegenstelling tot enkele medepassagiers wel hun eerdere maaltijden binnenhouden. Dat op een gegeven moment al het niet vaststaande meubilair door het bootje vloog, zorgde er voor dat we vier uur later toch ietwat opgelucht weer voet aan wal zetten!


Onder een schitterende blauwe hemel namen we afscheid van Ushuaia en arriveerden we na een korte vlucht in El Calafate, onze uitvalsbasis voor de laatste trektochten in de natuur. Morgen trekken we alvast sneeuwpinnen aan voor een trekking op de gletsjer van Perito Moreno!